Kamer en Vlaams parlement keren 22 miljoen aan uittredingsvergoedingen uit

PRO redactie • 11 juni 2019
0 comments
0 likes

Het Vlaams Parlement en de Kamer moeten 22 miljoen euro aan uittredingsvergoedingen betalen aan parlementsleden die hun zetel verloren of opgeven. De regeling werd de voorbije jaren minder gunstig, maar blijft vrij gul in vergelijking met het buitenland.

In het Vlaams Parlement raakten 56 politici niet meer verkozen of gaven ze aan dat ze hun zetel niet opnemen. Samen hebben ze recht op bijna 9,5 miljoen euro aan uittredingsvergoedingen, berekende De Tijd. In de Kamer keren 72 politici niet meer terug naar het halfrond. Zij hebben samen recht op bijna 13 miljoen euro aan stoppremies. Alleen al in het Vlaams Parlement en de Kamer, zonder rekening te houden met de andere regionale parlementen, hebben dus meer dan honderd politici samen recht op ruim 22 miljoen.

Vangnet

De uittredingsvergoedingen vormen een vangnet voor politici die hun inkomen verliezen doordat ze niet herverkozen geraken. Ze krijgen hun parlementaire wedde een tijdlang verder uitbetaald. Die wedde bestaat uit een vaste vergoeding van 7.611 euro, waarop een pensioenbijdrage van 8,5 procent en belastingen moeten worden betaald. Daarbovenop komt een onkostenvergoeding van 2.131 euro. Samen vormt dat een maandelijks bruto-inkomen 9.742 euro.

Als een Vlaams Parlementslid niet verkozen raakt of niet zetelt, krijgt het een premie van minstens vijf maanden loon, waarbij er per begonnen jaar in het parlement een maand bijkomt. De vergoeding kan maximaal 24 maanden bedragen. De regeling in de Kamer is guller: een Kamerlid krijgt twee maanden per begonnen jaar, met een minimum van vier maanden en een maximum van twee jaar. Zowel jaren in de Kamer, de Senaat, een regionaal parlement of het Europees Parlement tellen mee. Een politicus valt onder de regels van het parlement waarin hij of zij als laatste zetelde.

Voor Kamerleden is er een uitzonderingsregime voor wie veel jaren op de teller heeft staan. Tot 2014 gold een veel gunstiger regime en opgebouwde rechten blijven behouden, waardoor wie al lang zetelt recht heeft op maximaal vier jaar aan stoppremies. In het Vlaams Parlement bestond die uitzondering ook, maar ze werd in het begin van dit jaar geschrapt.

Omstreden

Dat leidt ertoe dat de Vlaams Parlementsleden met de gulste vertrekpremie maximaal 234.000 euro krijgen. Het gaat bijvoorbeeld om Rik Daems (Open VLD), Jo Vandeurzen (CD&V), Jan Peumans (N-VA), Renaat Landuyt (sp.a) en Bart Caron (Groen). In de Kamer krijgen politici met een lange loopbaan maximaal 468.000 euro. Het gaat onder meer om Eric Van Rompuy (CD&V), Dirk Vandermaelen (sp.a) en Dirk Van Mechelen (Open VLD), die alle drie al sinds de jaren 80 volksvertegenwoordiger zijn.

De uittredingsvergoeding wordt niet automatisch uitgekeerd, parlementsleden moeten er een aanvraag voor doen. De bedragen worden niet in één keer uitbetaald, maar per maand zoals bij de gewone parlementaire wedde. De premie kan niet worden gecombineerd met een pensioen en wordt niet uitbetaald aan parlementsleden die het parlement tijdens de legislatuur vrijwillig verlaten. Wie verkozen wordt en beslist niet te zetelen, krijgt wel een vergoeding.

Hoewel de uittredingsvergoedingen minder gul zijn geworden, blijven ze omstreden. Zo ontstond afgelopen weekend een relletje nadat Open VLD-nestor Herman De Croo had bekendgemaakt dat hij past voor de exitpremie. Hij gaat nog even zetelen om te vermijden dat Filip Dewinter als parlementslid met de meeste jaren op de teller de tijdelijke voorzitter van het Vlaams Parlement wordt en alle andere parlementsleden bij hem de eed moeten afleggen.

Eens een nieuwe vaste voorzitter wordt aangeduid, zou De Croo opstappen. Omdat het over een ‘vrijwillig’ vertrek gaat, krijgt hij geen uittredingsvergoeding. Naar eigen zeggen laat hij zo 570.000 euro liggen. Waar dat cijfer vandaan komt, is onduidelijk. Want volgens de regels van het Vlaams Parlement geldt ook voor hem het maximum van 234.000 euro.

De ‘geste’ van De Croo is ook minder gul dan ze op het eerste gezicht lijkt. De 81-jarige De Croo moest kiezen tussen maandelijks een uittredingsvergoeding te krijgen uitbetaald of zijn pensioen. Het parlementaire pensioen is lager dan de uittredingsvergoeding, maar bedraagt nog altijd maximaal 5.708 euro bruto per maand.