1. Scheiding tussen kerk en staat
In de VS is het neutraliteitsprincipe (scheiding tussen kerk en staat) ingevoerd om te voorkomen dat de overheid zich zou moeien met de godsdiensten. Amerikanen staan namelijk op hun freedom of speech en willen daarom zo weinig mogelijk overheidsbemoeienis.
In het seculiere België is dit principe ingevoerd om de invloed in omgekeerde zin te voorkomen. Godsdienst mag zich niet met staatszaken bemoeien of de werking ervan beïnvloeden. Vrijzinnige socialisten en liberalen hebben hiervoor decennia gestreden. Zo werden christelijke symbolen verwijderd uit raadszalen in gerechtsgebouwen en gemeenteraden. De redenering was dat we in een diverse samenleving leven en dergelijke symbolen voor andersgelovigen storend of provocerend konden zijn.
Tegenwoordig zijn er conservatieve politici en opiniemakers die hierop willen terugkomen en we ons niet te druk moeten maken over een paar symbolen. Zolang de overheidsdienst maar goed werk levert en de ambtenaar in kwestie maar objectief is.
Neutrale overheid
Kledijvoorschriften door een werkgever zijn niet ondemocratisch
Werkgevers mogen om veiligheids- of hygiënische redenen beperkende voorwaarden opleggen aan hun personeel qua kledij. Medisch personeel moet bijvoorbeeld witte kledij aandoen. Arbeiders in een kerncentrale moeten beschermende pakken dragen.
Andere werkgevers leggen een uniform op zoals vliegtuigmaatschappijen.
Al deze regels zijn wettelijk geregeld en dus niet ondemocratisch. Ook de Europese rechtspraak volgt deze visie.
Ambtenaren zijn visuele dragers van de overheid
De overheid heeft verschillende visuele dragers zoals gebouwen (posters in kantoren), communicatiekanalen (website, briefpapier, emails) en personeelsleden.
Een ambtenaar die komt werken bevindt zich in de hoedanigheid van personeelslid bij zijn werkgever. Een ambtenaar komt naar kantoor om er te werken, niet om zijn ideologisch gedachtegoed te komen propageren. Het werk is geen plaats om zijn vrije mening te komen propageren, daar zijn andere plaatsen en momenten voor. Ideologische meningen propageren mag hij/zij doen in zijn vrije tijd. Nogmaals, een ambtenaar moet zijn werkgever niet gebruiken om zijn ideologisch gedachtegoed te propageren.
Beleefdheid en respect, ten aanzien van burgers én collega’s
Die neutrale houding is een kwestie van beleefdheid. Beleefdheid naar de burger die zich niet geprovoceerd mag voelen als hij een overheidsgebouw betreedt of in contact komt met ambtenaren.
Die beleefdheid geldt ook voor collega’s onderling. Elke collega heeft recht op een veilige werkomgeving zonder zich geprovoceerd of geïntimideerd te voelen door collega’s.
Respect voor de burger als client is een visie die gelukkig ook wordt gehanteerd door de Raad Van State wanneer ze zich uitspreekt in concrete gevallen.
Vrije meningsuiting van leerlingen
In een democratie zijn burgers vrij om zich te uiten. Ook binnen overheidsgebouwen zijn burgers vrij in hun kledingkeuze. Het neutraliteitsprincipe geldt niet voor Iemand die op de gemeente een reispas gaat halen. Logisch.
Leerlingen in een school of recreanten in een zwembad zijn evenzeer burgers die gebruik maken van een overheidsdienst. Zij zijn in die hoedanigheid geen personeelsleden zoals ambtenaren. Een neutraliteitsbeperking qua kledij geldt dus niet voor hen. Kortom, een algemeen verbod op hoofddoeken in scholen of burkini's in zwembaden kan niet.
Beperking enkel in geval van sociale druk
Enkel als er sprake is van sociale druk kan een directie van een school tijdelijk een verbod opleggen voor bepaalde symbolen. Het verbod mag ook slechts gelden in een bepaalde klas, richting of school waar het fenomeen zich voordoet. Het verbod moet bovendien gelden voor alle ideologische symbolen, niet enkel voor één welbepaald symbool. Dit opdat men dan niet kan stellen dat één strekking geviseerd wordt.
Nogmaals, met een beperking van de vrije expressie moet zeer omzichtig omgesprongen worden.
Wat met politici in verkozen organen of als mandataris ?
Bij de evaluatie van politici moet men nagaan wat de hoedanigheid is. Bevindt de politicus zich op dat moment en op die plaats in de hoedanigheid van de overheid (uitvoerende macht) dan geldt de neutraliteitsregel. De neutraliteitsregel geldt enkel als de politicus in functie is, dus niet in de privétijd.
Bevindt de politicus zich in de hoedanigheid van burger (als vertegenwoordiger in een verkozen orgaan) dan geldt die neutraliteitsregel niet.
Ook geen commerciële symbolen
Het is momenteel geen punt van discussie en ook geen probleem, maar voor de duidelijkheid en rechtlijnigheid dient zo’n verbod principieel ook uitgebreid te worden naar commerciële symbolen.
Regeling Vlaamse overheid is ontoereikend
De verplichte neutraliteit slaat op de overheid, op haar ambtenaren dus. Het komt er op neer dat ambtenaren geen T-shirts mogen dragen met symbolen of slogans met bijvoorbeeld de Vlaamse collaboratieleeuw. De Vlaamse Regering besliste echter om dit principe los te laten. Ze wil of durft geen duidelijk standpunt innemen en maakt er zich van af door de beslissing bij de teamchef te leggen. Blijkbaar hebben Vlaamse partijen nog altijd schrik om standpunten in te nemen die ook maar een klein beetje in de richting van Vlaams Belang te gaan. Vlaanderen mist duidelijk sterke democraten. Linkse partijen hebben bovendien schrik om hun moslimkiezers te schofferen. Daar is nochtans geen reden toe want ook een ruime meerderheid van gelovige moslims houden er democratische waarden op na zoals scheiding van kerk (of moskee) en staat.
In het zuiden van België verduidelijkte de Waalse overheid eind 2014 het neutraliteitsprincipe door het dragen van levensbeschouwelijke symbolen te verbieden voor ambtenaren die in contact komen met het publiek. Waarom de Waalse overheid discrimineert op basis van functie is niet duidelijk.
2. Erkenning geloofsgemeenschappen met respect voor mensenrechten
Religie en zingeving zijn een waardevolle meerwaarde voor de samenleving. Voor religies of geloofsgemeenschappen bestaan een aantal voorwaarden om erkend te worden. PRO wil hier het volgende erkenningscriterium aan toevoegen :
De lokale geloofsgemeenschap erkent de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en past deze toe in haar werking :
- Gelijkwaardigheid
In de beslissingsorganen van geloofsgemeenschappen moeten minstens ⅓ mensen van hetzelfde geslacht zetelen.
Geloofsgemeenschappen mogen mensen niet uitsluiten tot het leiden van een eredienst op basis van geslacht of seksuele geaardheid.
- Vrije meningsuiting
Geloofsgemeenschappen mogen hun leden geen beperkingen opleggen om zich vrij en creatief uit te drukken in bijvoorbeeld zang, dans en kunst.
- Respect voor het privéleven
Geloofsgemeenschappen mogen aan hun leden geen regels opleggen die betrekking hebben op hun privéleven. Zo mogen ze bijvoorbeeld geen regels opleggen op vlak van kleding, voeding en omgang met de levenspartner.